Stichting Energietransitie & Kernenergie (SEK)

Nieuwe vragen bij vooruitgang (augustus 2025)

Zowel de behandeling van kanker als de toepassing van radioactieve stoffen en straling bij de behandeling ervan (naast chirurgie, chemotherapie, etc.) zijn al meer dan 50 jaar in ontwikkeling. Je zou kunnen aannemen dat dat veld wel ‘klaar’ zou zijn. De medische wetenschap heeft in die tijd inderdaad grote vooruitgang geboekt, en gemiddeld genomen is de levensverwachting en kwaliteit van de rest van het leven van kankerpatiënten flink verbeterd in die tijd.

Toch blijft kanker (met zo’n 30%) een van de belangrijkste doodsoorzaken in ons land. In ons land is veel innovatie gaande op radiologisch en nucleair geneeskundig gebied. Vandaag wil ik twee thema’s noemen, die, wat mij als stralingsdeskundige betreft, meer aandacht mogen krijgen in de komende jaren.

  1. Secundaire effecten. De levensverwachting van mensen met bepaalde soorten kanker is zodanig verbeterd, dat velen lang genoeg leven om zogenaamde secundaire tumoren te ontwikkelen: tumoren die zij hebben gekregen door de behandeling van de kanker die zij lang geleden overwonnen hebben. Dat zij de ziekte zo lang overleven is natuurlijk een groot succes van de medische wetenschap. Tegelijkertijd maakt dat nu nodig dat er meer onderzoek gedaan wordt naar nog betere manieren om gezond weefsel te sparen tijdens de (radiologische of nucleair geneeskundige) therapie, zodat die secundaire tumoren zo weinig mogelijk kans hebben om te ontstaan.
  2. Integrale afwegingen. Vorig jaar hoorde ik op een bijeenkomst over nucleaire geneeskunde een patiënt met prostaatkanker aan een zaal vol deskundigen vertellen, dat hij er zelf achter was gekomen dat er zoiets was als een behandeling met lutetium-177, en zelf op zoek was gegaan naar een arts die hem aan die therapie kon helpen. In een ideale wereld zou men per soort kanker een overzicht van opties voor behandeling willen hebben, zodat men bijvoorbeeld de keuze tussen nucleaire geneeskunde of chemotherapie (of juist een combinatie van technieken) naast elkaar kan zetten, zodat de patiënt een geïnformeerde afweging kan maken. Afgeleid daarvan: zijn de therapeutische radionucliden ook de beste nucliden die er zijn voor een bepaalde soort kanker? Of gebruiken wij deze stoffen vooral omdat ze gemakkelijk verkrijgbaar zijn?

Gezien mijn leeftijd is de kans dat ik de komende 50 jaar de ontwikkelingen zal meemaken niet nul, maar ook weer niet heel groot. Ik ben benieuwd welke toekomstige ontwikkelingen ik nog zal meemaken.

Lars Roobol

Logo